17-10-2017
17 oktober 2017

Één van de informatieplichten bij verkoop en verhuur van vastgoed heeft betrekking op het energieprestatiecertificaat (EPC). Vanaf het ogenblik van de te koop- of te huurstelling moet er een EPC aanwezig zijn, op basis waarvan vervolgens in de onderhandse verkoopovereenkomst en de authentieke akte bepaalde verplichte vermeldingen opgenomen moeten worden. Daarnaast geldt er ook een advertentieplicht in alle commerciële advertenties. Om inbreuken op te sporen voert het Vlaams Energieagentschap (VEA) diverse vormen van controles uit. Maar hoe verlopen deze controles precies?

Het toezicht op de naleving van deze informatieplicht wordt uitgevoerd door het Vlaams Energieagentschap (VEA), dat boetes kan opleggen wanneer inbreuken worden vastgesteld. In het Energiedecreet zijn een aantal boetevorken bepaald, voor de verschillende potentiële inbreuken:

  • Afwezigheid van het EPC: boete van €500 tot €5.000
  • Niet-overdragen van het EPC aan de koper of huurder: boete van €500 tot €5.000
  • Inbreuk op de advertentieplicht: boete van €250 tot €5.000

Diverse vormen van controles
Om inbreuken op te sporen voert het VEA diverse vormen van controles uit. In een antwoord op een recente schriftelijke vraag van dhr. Andries Gryffroy (N-VA) gaf minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) nadere duiding bij hoe deze controles precies verlopen.

Voor wat betreft de aanwezigheid van het EPC en de advertentieplicht worden vooral steekproefsgewijze controles gehanteerd. Het VEA bekijkt daarbij of woningen die via immokantoren, websites, advertenties,... te koop of te huur worden aangeboden over een geldig EPC beschikken en of het kengetal correct werd gepubliceerd. Het is ook altijd mogelijk dat voor het ontbreken van een EPC of het niet correct adverteren een klacht wordt ingediend bij het VEA. Die klacht kan dan aanleiding geven tot een controle. Tenslotte zit er ook een automatische check ingebouwd, aangezien de notarissen een meldingsplicht hebben aan het VEA als het EPC ontbreekt bij het verlijden van de authentieke akte. In 2015 werden 5991 controles uitgevoerd op de aanwezigheid van het EPC en 5935 controles op de advertentieplicht. In 2016 waren dat er een stuk minder: 3116 controles op de aanwezigheid van het EPC en 3085 controles op de advertentieplicht.

Aanwezigheid EPC ingeburgerd
De naleving inzake de aanwezigheid van het EPC is de voorbije jaren stelselmatig verbeterd en die tendens blijkt zich recent te hebben verdergezet. In 2015 beschikte 97% van de gecontroleerde woningen die te koop of te huur werden aangeboden over een EPC. In 2016 steeg dit percentage tot 98%. Men kan hieruit besluiten dat de verplichte aanwezigheid van het EPC ondertussen zeer goed ingeburgerd is. Het aantal meldingen door notarissen van het ontbreken van het EPC zit tevens in dalende lijn. In 2015 werden 21 meldingen gedaan door notarissen. In 2016 waren dat er slechts 5.

In 2016 werden 10 boetes van €500 opgelegd omwille van het ontbreken van een EPC. De belangrijkste aangehaalde redenen voor de afwezigheid van het EPC waren onder meer dat de eigenaar niet wist dat een EPC verplicht was of dat het EPC reeds aanwezig moest zijn bij de te koop- of te huurstelling van de woning.

Naleving advertentieplicht verbeterd
Voor wat betreft de advertentieplicht, was in 2015 89% van de gecontroleerde advertenties in orde. Ook hier verbetert de naleving stelselmatig want in 2016 steeg dit percentage tot 91%. Jammer genoeg wordt in het antwoord van minister Tommelein geen onderscheid gemaakt tussen particulieren en professionelen.
Er werden in 2016 138 boetes van €250 uitgeschreven. De belangrijkste redenen voor het niet of foutief vermelden van het kengetal waren een administratieve vergissing van de vastgoedmakelaar/eigenaar, een vergetelheid, het feit dat er überhaupt nog geen EPC was of softwareproblemen.

Overdracht EPC aan huurder
Inzake de overdracht van het EPC aan de huurder worden er geen specifieke controles uitgevoerd. Het is immers vrijwel onmogelijk of minstens bijzonder moeilijk om dergelijke controles, die bijzonder tijdsintensief zouden zijn, uit te voeren. Er wordt dus enkel een handhavingsprocedure opgestart wanneer er een klacht wordt ingediend.

(Bron: SV nr. 278 van dhr. Andries Gryffroy (2016-2017).)